Donald Trump jaagt op het presidentschap, maar wil hij wel president zijn?

image

In de narcistische wereld van Donald Trump draait het om ambitie en erkenning. Of het nu om de hoogte van de Trump Tower gaat, de lengte van zijn zeiljacht, de schoonheid van zijn vrouw of – arbeideristisch gezegd – de lengte van zijn geslachtsdeel, Trump heeft de grootste, ís derhalve de grootste.

Zo’n kolossaal ego is in de wereld van Trump een must. Een citaat: ‘Laat me iemand zien zonder ego, en ik zeg je: het is een loser.’ De wereld van de Republikeinse presidentskandidaat zit bovenal kinderlijk eenvoudig in elkaar. Je hebt zwart en wit, rijk en arm, je hebt winnaars en verliezers. Als hij het als grap zou bedoelen zou je er nog om kunnen lachen, maar helaas, het is bittere ernst. En het lijkt nu pas ten volle door te dringen dat het menens aan het worden is met zijn aanstaande presidentschap.

Gaat het dan werkelijk gebeuren? Kan het dan echt zijn dat een narcistische, impulsieve, seksistische, racistische, leugenachtige presidentskandidaat de machtigste man van planeet aarde kan gaan worden? Gaat Donald Trump in november inderdaad het wereldpodium beklimmen? En zal hij zich, naar velen vrezen, ontpoppen als een gevaar voor de wereldorde en –vrede? Geen prettig vooruitzicht, maar helaas niet ondenkbaar. Redden wat er te redden valt, lijken nu zowel Trump-kritische Republikeinen als Democraten te denken, getuige het initiatief van democratisch congreslid Karen Bass om Trump te laten onderzoeken op de disorder narcisme.

De kwestie is zo langzamerhand: valt de Trump-trein nog te stoppen? In de Verenigde Staten is men wit om de neus aan het worden na een reeks van wanstaltige leugens, idiote uitspraken en dreigementen die een komiek niet zouden misstaan, ware het niet dat het hier om een bloedserieuze presidentskandidaat gaat. De man die er een sport van maakt om mensen te beledigen, kleineren en uit te lachen zou zomaar president kunnen worden als het een beetje verkeerd uitpakt.

Columnisten van gevestigde media geven inmiddels uiting aan een gevoel van paniek dat niet alleen bij de Democraten van Hillary Clinton leeft. ‘Is he plain crazy?’ vraagt Eugene Robinson (NBC News) zich openlijk af. Charles Krauthammer, psychiater, tevens columnist van The Washington Post noemde Trump onlangs ronduit een ‘narcist’. Hij schreef: ‘Hij heeft een infantiele honger naar erkenning en waardering, en leeft in een solipsistische cocon.’

Ik ben benieuwd wat de psychiatrie nog meer over Trump te melden heeft. Wat zou Eric Berne, de founding father van de transactionele analyse en de psychotherapie over hem kunnen zeggen? Berne stelde in ‘The games that people play’ vast dat ieder individu snakt naar erkenning. Kinderen leren van hun ouders hoe ze zich moeten gedragen, wat ze moeten zeggen om liefde en voedsel te krijgen. Gaandeweg ontstaat een ‘script’, een set aan spelregels waar het kind zich aan houdt, vaak een leven lang.

Vader Fred Trump was een laagopgeleide zoon van een Duitse immigrant met de naam Drumpf die zich wist op te werken tot een rijke, selfmade man. Fred bouwde met overheidsgeld sociale woningen in Queens en Brooklyn en hield daar ruim een miljoen dollar aan over, het begin van zijn vastgoedimperium. Feitelijk erfde Donald zijn beginkapitaal van vader Fred, en wellicht ook zijn welhaast ziekelijke zucht naar erkenning.

Een van de controversiële uitspraken van Trump als presidentskandidaat luidt: ‘De Verenigde Staten zijn een vuilnisbelt geworden voor de problemen van alle anderen (…)’ Berne zou een dergelijke uitspraak vertalen in de simpele – narcistisch aandoende – formule: ‘ik ben OK, de VS zijn OK, de wereld is niet OK’. Trump presenteert zich graag als de Redder die ervoor gaat zorgen dat de VS weer groot en groots zullen worden. Het moge duidelijk zijn dat dit een grove versimpeling is van wat er in de wereld aan de hand is. Maar een super-ego kan niet anders. Zal zijn land identificeren met zijn eigen ego.

Mijn hoop is gevestigd op het jachtinstinct van de presidentskandidaat, en wel het spelelement ervan. Hierover liet hij zich eens ontvallen dat het hem in het bereiken van ambities vooral gaat om het najagen van het geambieerde, niet om het hebben. ‘Het jagen is wat me opwindt. Als ik het eenmaal heb dan ben ik snel verveeld.’ (Slecht nieuws voor zijn echtgenote trouwens.)

Misschien is het tijd om hem aan een nieuwe ambitie te helpen, een nieuw jachtobject. Het zou voor de VS in het bijzonder en de wereld in het algemeen een mooie, diplomatieke oplossing kunnen zijn. Maar of er een ambitie is te vinden die het felbegeerde presidentschap van de Verenigde Staten overstijgt? Ik betwijfel het. De jacht ernaar zij geopend.