Bij alle angstaanjagende berichtgeving over IS en de gruwelijke slachtpartijen die door deze radicale jihadisten niets- en niemandontziend worden aangericht onder de kafir, de ‘ongelovigen’ in het Midden-Oosten, dringt zich de vraag op of deze groep van islam-aanhangers een werkelijke bedreiging vormt voor het – christelijke – Europa, of dat het gaat om een beheersbare dreiging die wel weer overwaait. Om deze kwestie in perspectief te plaatsen en te beantwoorden kun je niet om de geschiedenis van de heilige oorlog – de jihad – heen, en haar oorsprong op het Arabisch schiereiland, het huidige Saudi-Arabië.
De eerste heilige oorlog stamt uit het jaar 630, en werd gevoerd door de profeet Mohammed in zijn geboortestad Mekka. Hij was die stad ontvlucht omdat zijn profetieën niet op prijs werden gesteld door de heersende machthebbers. In Medina lukte het wel. De profeet werd daar warm onthaald door de plaatselijke nomadenstammen. Mohammed schopte het zelfs tot heerser van Medina. Was hij in Mekka nog een vredelievende, gematigde profeet – ‘Er is geen dwang in de godsdienst’, zei hij – in Medina groeide hij geleidelijk uit tot een oorlogszuchtig heerser die geweld rechtvaardigde om de ongelovigen te bekeren tot het ware geloof.
Die tweedeling in Mekkaans (vredelievend) en Medinaans (oorlogszuchtig) is terug te lezen in de Koran, het heilige boek van de moslims dat wordt beschouwd als het rechtstreekse woord van God. In het heilige boek vind je zowel prachtige poëzie van de jonge profeet als die harde, onverzoenlijke toon van de oudere profeet. Het Vers van het Zwaard is een voorbeeld van zo’n Medinaanse toonzetting. In deze ‘soera’ wordt onomwonden gezegd wat moslims te doen staat als zij geconfronteerd worden met ongelovigen. Jullie moeten degenen die goddelijkheid toeschrijven aan ook maar iets anders dan God doden, waar je hen ook aantreft, en hen gevangennemen, en hen beleggen en voor hen op iedere mogelijke plaats op de loer liggen. Dergelijke verzen vormen een bron van inspiratie voor (veelal jonge) moslims die de ‘weg van het zwaard’ op willen.
De Koran bestaat uit teksten die sinds ze werden opgetekend, niet of nauwelijks zijn veranderd. Er is geen sprake van nieuwe hertalingen zoals wij die kennen van de bijbel. Wat je anno 2014 leest, is nagenoeg dezelfde tekst die de gelovigen zo’n dertienhonderd jaar geleden reciteerden, even afgezien van de ontwikkeling die het Arabisch als taal heeft doorgemaakt. Daar Mohammed oorspronkelijk helemaal niet oorlogszuchtig was, zou je als gelovige moslim juist deze gematigde boodschapper van God kunnen omarmen. Wat je bij radicale interpretaties – zoals IS die aanhangt – ziet is dat juist de oudere vechtbaas Mohammed navolgers krijgt.
De centrale kwestie is: wie was de ware Profeet nu eigenlijk, de vredelievende of de gewelddadig bekerende? Islam-schriftgeleerden hanteren het principe van de abrogatie, wat inhoudt dat een later opgedane goddelijke ingeving in de vorm van een vers de eerder ingefluisterde teksten ongedaan maakt. Onder moslimgeleerden is er echter geen overeenstemming over welke verzen geabrogeerd zijn en door welke verzen dan wel precies. Mohammed verwoordde dit principe in soera (vers) 2:106: ‘Welk teken (of vers) Wij ook opheffen of doen vergeten, daarvoor brengen Wij betere of daaraan gelijke.’ Een principe dat overigens ook van toepassing is op de Hadith, de opgetekende getuigenissen en gedocumenteerde overleveringen van Mohammeds leven en leringen, te vergelijken met het Nieuwe Testament in de bijbel. En het is juist in die Hadith dat er wel honderd keer sprake is van een militair geïnspireerde jihad met als doel het – indien nodig met geweld – bekeren van de ongelovigen. Bovendien, als de strijder daarmee het leven laat staat hem een aanlokkelijke beloning te wachten, namelijk rechtstreekse toegang tot het paradijs waar die inmiddels beroemd geworden 72 maagden hun opwachting maken. Op de forums voor Marokkaanse jongeren wordt er druk over gediscussieerd. Een moslima zegt erover: ‘Is het waar? Het is nu vaak in de media en ik weet niet wat ik moet antwoorden als niet-moslims me vragen stellen over de maagden. Is het waar dat een martelaar die beloning krijgt?’
Nu is het de moslim ten ene male verboden zelfmoord te plegen. Dat ligt kennelijk anders als hij met bommen omgord een bus vol mensen – die in een andere God geloven – van het leven berooft. Aldus de aanhangers van de zelfbenoemde kalief, opvolger van Mohammed, Abu Bakr al-Baghdadi. Moslims zijn volgens hem verplicht de ongelovige te doden. De oproep van de kalief tot jihad met als uiteindelijk doel de gehele wereld om te vormen tot een Islamistische Staat is de taak die God aan zijn profeet Mohammed – en zijn opvolgers – heeft opgedragen, aldus de kalief. Deze openlijke oproep tot een heilige oorlog wordt ook wel de derde jihad genoemd. Op YouTube is een instructief filmpje (The Third Jihad) te zien wat de radicalen precies verstaan onder de derde en laatste jihad.
In het rijtje heilige oorlogen heeft de tweede – die zich in 1683 afspeelde – een enorme impact gehad op Europa. In die tijd strekte het Ottomaanse Rijk zich uit over grote delen van Europa, Azië en Noord-Afrika. Grootvizier Mustafa Pasha die een leger leidde van enkele tienduizenden Turken bereikte de muren van Wenen op 14 juli van dat jaar. Leopold van Oostenrijk lukte het om de belegering tot stilstand te brengen dankzij een succesvolle Europese Alliantie. Wenen kreeg hulp van troepen uit Beieren, Saxen, Polen, Habsburg, Venetië, Portugal en Spanje. De katholieke alliantie werd met cash geld gevoed uit Rome waar Paus Innocentius XI zich sterk maakte voor een genereuze financiële ondersteuning. Op 12 september resulteerde het in een overwinning en trokken de Turkse troepen – of wat daar van over was – terug.
Terug naar 2014 en de visie die achter de derde heilige oorlog schuilgaat. We moeten weten dat in die radicale opvatting de islam niet zomaar een religie is maar een oerreligie die eigenlijk in alle levende wezens latent aanwezig is en alleen nog maar tot leven gewekt dient te worden. In deze haast ideologische opvatting over een godsdienst kan de gelovige/aanhanger zich beroepen op het gezag van Allah en zich gelegitimeerd onverdraagzaam opstellen ten aanzien van andere religies. In deze leer zijn de dieren overigens al ‘moslim’. Zoogdieren, vissen en planten zijn van nature moslim, omdat ze kritiekloos onderworpen zijn aan de goddelijke orde. Wij christenen, boeddhisten, hindoes of gelovigen behorend tot een gematigde tak van de islam doen iets gruwelijk fout, ook al zijn we ons daar niet van bewust: we geloven niet dat Allah de enige, ware God is. We hebben ons niet aan zijn gezag overgegeven.
In het zwart-wit denken van de ‘enige, ware religie’ past het om de wereld in twee kampen te verdelen. Er is het Huis van Islam (Dar al-Islam) waar alle goede gelovigen wonen en er is het Huis van Oorlog (Dar al-Harb). Wie geen juiste moslim is behoort automatisch tot het Huis van Oorlog, wat concreet inhoudt dat de moslimwereld per definitie in oorlog is met alle niet-moslims. Joden en christenen die in moslimlanden temidden van gelovigen wonen worden gedoogd, maar meer ook niet – de ongelovigen zijn tweederangs mensen en hebben dan ook geenszins dezelfde rechten als de moslims. Wie voor de volle honderd procent wil meedraaien in een islamitisch land zal zich moeten bekeren. Je zou je kunnen afvragen wat er zou gebeuren als moslims in Nederland slechts gedoogd zouden worden, en buitengesloten waren van grondrechten.
Goedbeschouwd is het vreemd dat er in internationale, religieuze betrekkingen geen sprake is van een level playing field, het rechtvaardigheidsprincipe dat in sport en commercie op een metaforisch gelijk speelveld speelt en opereert, inhoudend dat alle spelers volgens dezelfde regels spelen en handelen. Je zou kunnen zeggen dat onze ‘handicap’ in het omgaan met radicale moslims is dat we in onze grondwet de vrijheid van godsdienst hebben vastgelegd, een vrijheid die geenszins wederkerig wordt opgevat door radicale moslims. Wat niet wegneemt dat jonge moslims, vaak in het Westen geboren en getogen, als ze eenmaal op het pad van de radicalisering zijn beland totaal geen boodschap meer hebben aan de vrijheden die ze genieten. Sterker nog. Gaandeweg hun groeiende overtuiging van de noodzaak tot jihad – kennis die ze in de moskee, online en zelfs in de gevangenis opdoen – zetten ze zich juist af tegen de Westerse vrijheden. Met name de seksuele vrijheid en de tolerantie ten aanzien van de homoseksuele medemens moet het ontgelden.
Deze botsende opvattingen spatten van de pagina’s van Britse boulevardbladen. Zo kun je op een en dezelfde pagina van de Daily Mail een nieuwsbericht over een ‘middenklasse lerares die zich bij IS aansloot en toen vluchtte nadat ze getuige was van onthoofdingen en seksueel geweld ten aan aanzien van vrouwen’ gezusterlijk zien staan naast een artikel over het vaginaal orgasme ‘dat volgens onderzoekers (…) niet blijkt te bestaan’. Spanningen zoals in de Britse hoofdstad voorkomen tussen autochtone Londenaren en radicale moslims worden langzamerhand ook in onze Randstad voelbaar, hoewel het nog niet zover is dat er in de Schilderwijk in Den Haag stickers op lantarenpalen worden geplakt met de tekst: This is Sharia-area. Maar we zijn gewaarschuwd. Zuhdi Jasser, een Amerikaanse bestrijder van de radicale islam, zelf gematigd moslim, stelt vast dat het Westen al te lang in een lethargische staat van ontkenning leeft als het gaat over de radicale islam. We moeten ons realiseren dat de islam, met om en nabij 1,3 miljard aanhangers, de snelst groeiende godsdienst ter wereld is, mede dankzij de dawa, de plicht het geloof te verspreiden, een activiteit die, zoals we inmiddels begrijpen, er niet zachtzinnig aan toe hoeft te gaan.
Op internet worden dagelijks miljoenen teksten en filmpjes naar potentiële jihadstrijders gezonden met maar één doel: zieltjes winnen voor de heilige oorlog. Het ultieme einddoel? Niets minder dan de vestiging van een wereldwijd kalifaat. Hier in Nederland is Sharia4Holland actief. Niet als enige beweging overigens. Doel van de Sharia-beweging is wat de naam al zegt: de wetgeving die uit de Koran en de Hadith voorkomt in te voeren in Nederland. Over de heilige oorlog wordt op de Sharia-blog omzichtig gesproken, maar dat er wordt geflirt met het geweld aan de frontlinies moge duidelijk blijken uit volgend citaat: het is waarlijk een eer om de helper te zijn van – of te behoren tot – deze mensen die zich hedendaags aan de frontlinies bevinden.
Van een christelijke, Europese tegenbeweging lijkt nog lang geen sprake. Sterker nog: mensen die waarschuwen voor de gevolgen van de radicale islam – het naderende Eurabië wordt het wel genoemd – binnen onze grenzen, worden gewezen op de vrijheid van godsdienst in het Westen. Je kunt je afvragen wanneer een kritische grens wordt bereikt. In de film The Third Jihad zegt Ayaan Hirschi Ali, tegenwoordig woonachtig in de VS: ‘It seems preposterous, unbelievable, but thousands of millions of people believe that they should fight infidels all over the world, and conquer the world.’
Wat je waarneemt is de behoefte aan een respectvol tegengeluid, misschien zelfs wel een krachtdadige tegenbeweging. Ik zie en hoor nog te weinig hoe wij onze rechtsstaat, onze vrijheden en onze tolerante samenleving, zo lang bevochten en tot op heden overeind gebleven, wérkelijk beschermen tegen aanvallen van buitenaf en van binnenuit. Dat moet wellicht nu militair in het Midden-Oosten, maar het mag uiteraard nooit zover komen zoals we in 1683 meemaakten voor de poorten van Wenen.
Leren van de geschiedenis. Maar ook open communiceren over wat door velen als een serieuze bedreiging wordt ervaren. Praten met elkaar. Informeren.
Regeren is vooruitzien. Waar de overheid uitstekend in staat is de burger te waarschuwen voor de gevaren van te zoet en te vet eten, alcohol, roken en drugs, daar moet het toch ook mogelijk zijn om een campagne te bedenken en uit te voeren, met behulp van de moderne media, die alle – autochtone én allochtone – Nederlanders wijst op het respecteren van de Westerse vrijheden. Kort gezegd: uitleggen waar wij in Nederland voor staan en waar we ons hard voor maken, inclusief respect voor andersdenkenden en andersvoelenden. Vrijheid is nu eenmaal niet vanzelfsprekend.