
Luisteren naar ‘Rough and Rowdy Ways’ (meer in het bijzonder ‘My Own Version Of You’)

Augustus 2020 op Curaçao. Niet een voor de hand liggende maand want heet, bovendien saai tijdens de Corona-lockdown, veel uitgaansgelegenheden zijn gesloten. Ik werk die vier weken zes dagen per week op de redactie van het Antilliaans Dagblad als vakantiekracht en zie dat als een mooie gelegenheid mijn banden met het eiland waar ik zes jaar woonde in de jaren negentig, aan te halen. Logeren doe ik in een appartement in Brievengat. Bepaald geen toeristische omgeving. De nabije Gosieweg is een van de drukste verbindingswegen naar de Schottegatweg, de rondweg die naar Willemstad leidt. Verkeersgebrom mengt zich met een kakofonie aan stemmen, flarden muziek waaien mijn tuin binnen.
Ik zou de karaoke in de tuin van de buren niet hebben willen missen, noch mijn gezelschap van de meeste avonden: een uit de kluiten gewassen Cubaanse kikker die me aanvankelijk vanuit de regenpijp alleen maar aanstaart tot de avond dat hij er gezellig bij komt zitten op het muurtje van mijn terras, de voorpootjes gemakshalve onder het buikje gevouwen. De kikker en ik keken naar de maan die iedere nacht wat aandikt, luisterend naar de drumband-jongens die een paar straten verderop opzwepend ritmisch op hun trommels slaan.
De avond valt vroeg in de tropen. Na gedane arbeid breng ik mijn tijd door met boeken, podcasts en muziek. Rough and Rowdy Ways, het 39ste studioalbum van Bob Dylan is dan net verschenen. Ik heb tijd om te luisteren en besef aanvankelijk nog niet hoe belangrijk dit album voor me zal worden. Ik tracteer mezelf op een nieuwe koptelefoon die ik vind bij Boolchand’s in Punda, een van die winkels die ik me nog levendig kan herinneren uit de jaren negentig, toen het stadsdeel aan de Sint Annabaai nog bruiste van de gezelligheid en de gezichten van de winkeliers minder zorgelijk stonden.
Nee, ik ben niet geboren als Dylan-fan, als Bobcat, ben pas in 1997 aangehaakt, toen het magistrale Time Out of Mind verscheen. Mijn lief, wél een Bobcat van het eerste uur, liet me luisteren, en ik beken dat ik niet meteen om was. Het inslingeren duurde wel een paar jaar en ik weet niet meer precies wanneer de omslag kwam. Ik weet wel dat ik me afvroeg wat maakte dat de inmiddels 81-jarige zo intrigeerde, bijna een ‘vriend’ voor het leven was geworden. Ik moest luisteren, mezelf meegeven, zelfs weggeven aan de muziek. Meedrijven met de woorden. Want wat buiten kijf stond: Bob Dylan is een dichter die zijn ziel ondersteboven keert, hij is een chroniqueur van de moderne tijd, een man die vrouwen adoreert én wantrouwt, ze niet begrijpt, ze de maat neemt met zijn mantra: ’You know exactly what I mean’.
Ik beperk me tot het album Rough and Rowdy Ways, en snoer dat verder in tot het magistrale ‘My Own Version of You’, het lied dat ik avond aan avond beluisterde in die maanbeschenen tuin aan de andere kant van de oceaan, het lied dat ik onlangs hoorde in AFAS Live, gezeten op rij 30, stoel 39, waar ik me omringd wist door opvallend veel jonge mensen. Waar ik bij eerdere concerten zo dicht mogelijk bij het podium stond – op mijn bergschoenen om nog enigszins over de grijze hoofden heen te kunnen kijken – zaten we nu braaf op stoeltjes, onze mobieltjes geseald in de jaszak. En gaandeweg zeiden we tegen elkaar: het voelt intiem, ook al zat Bob – zonder hoed! – verscholen achter zijn piano. Zonder pauze reeg de band de nummers aan elkaar. En toen ‘mijn’ lied kwam landde ik weer op Planeet Bob, een oord tussen hemel en aarde waar rivieren van woorden en geluid stromen, waar je muzikale taallandschappen aantreft die ogenschijnlijk niks en toch alles betekenen; woordtonen die ondergrondse lagen blootleggen, frequenties die resoneren met oude kennis, met een taal die alleen Bob Dylan zingzegt.
In ‘My Own Version Of You’ bezingt Dylan zijn sterfelijkheid, zijn laatste levensfase en hoe hij daaraan zou willen ontsnappen door zichzelf te herscheppen: ‘I want Bring someone to life, turn back the years, Do it with laughter, and do it with tears’, ‘I’ll be saved by the creature that I create’. En het zou geen liedtekst zijn van de grootste poplegende ‘alive’ als er geen verwijzingen naar de oudheid, naar zijn christelijk-joodse roots en naar de popgeschiedenis in zouden zitten. En misschien gaat het wel allemaal om die ene vraag die Shakespeare al stelde: ‘Can you tell me what it means, to be or not to be?’
Nu ik toch aan het interpreteren ben – want wie ben ik en hoe zou ik moeten weten wat de teksten van Bob Dylan betekenen; alles wat ik kan is proberen de beelden die zijn muziek oproept, te verwoorden – vermoed ik dat het lied gaat over wat het betekent een ‘onsterfelijke geest’ te zijn. ‘It creeps in your body the day you were born, One strike of lightning is all that I need’. En ik vermoed dat hij zich vooral afvraagt waarom het hem maar niet lukt die gecreëerde versie van zichzelf tot leven te brengen. Laten we eerlijk zijn: hij is immers geen God.
Maar toch: hij komt in de buurt, misschien kun je als mens niet veel dichter bij de Olympus komen. Hij wordt vereerd, door de schare fans die hem adoreert en hem tot zijn laatste snik zal blijven volgen op zijn Never Ending Tour.
Wat ik me vooral herinner van die tropische avonden in die maanbeschenen tuin is het duet dat ik aanging met Dylan, bestaand uit mijn antwoord op zijn vraag ‘Can you help me walk that moonlight mile?’. Yes I Can, antwoordde ik voor die ene keer dat ik overmoedig was en meende iets te begrijpen van het kunstzinnige, filosofische en vooral muzikale universum waarin Bob Dylan zich ophoudt. Want laten we eerlijk zijn, van de ander, hoe beroemd en groots ook, begrijpen we in de regel maar weinig.
Mooie recensie Hennie !! Mooi geschreven en beschreven ! Brengt de lezer in jouw universum !
LikeLike
Thanks bro!! ❤️
LikeLike
Heerlijk om te lezen wat Bob niet allemaal voor ons kan betekenen. Hoe hij jou door eenzame tropische avonden heeft heen geholpen… Ik krijg het gevoel dat je wel een boek zou kunnen schrijven over ‘My Own Version Of You’ Veel liefs, P.
LikeLike