Ode aan Europees Corfu

In de legendarische film Death in Venice van de fameuze Italiaanse regisseur Luchino Visconti verliest de oude componist Gustav von Aschenbach zijn hart aan de beeldschone jongen Tadzio, die met zijn Poolse familie vakantie viert in het Venetië van begin vorige eeuw, destijds een stad van tanende schoonheid en een naderende cholera-epidemie. De film was in de jaren zeventig van de vorige eeuw een kaskraker en ik herinner me nog haarscherp de beelden van de jongen met het halflange blonde haar en de geloken blauwe ogen.

Hoe beelden van vroeger weer glashelder voor ogen kunnen komen, verrast me altijd weer. Feit is dat hij daar opeens weer stond, Tadzio, maar dan in de gereïncarneerde gedaante van een vriendje van mijn kleinzoon. De jongens speelden samen in de golven en bouwden zandkastelen op het strand van Agios Gordios. De Griekse jongen, met zijn eveneens halflange blond haar en blauwe ogen, is zoon van een Corfiotische vader en een Tsjechische moeder. In hem huizen zowel een mythische als een Praagse ziel. 

Het was me al eerder opgevallen. Op Corfu vinden nogal wat gemengde huwelijken plaats. Niet zo vreemd als je je realiseert dat er in de vakantiemaanden tienduizenden toeristen neerstrijken. In juli van dit jaar ging het volgens de airport om – ik rond even af – 105.000 ingevlogen Britten, 47.000 Duitsers, 22.000 Polen, 23.000 Italianen, 19.000 Fransen, 14.000 Tsjechen, 11.000 Russen, 11.000 Nederlanders, 7.000 Belgen en 7.000 Oostenrijkers. 

Nu ken ik al aardig wat huwelijken tussen Grieken en dames van noordelijker gelegen landen. Een van onze vriendinnen verhuurt met haar Griekse man strandstoelen; een Britse vriendin heeft inmiddels drie volwassen kinderen met haar Griekse man, weer een andere Griek is gehuwd met een Russische, en we vernamen onlangs dat de oom van de kleine ‘Tadzio’ zijn hart heeft verpand aan een Poolse. 

 

Zou dat het zijn, dat gemengd Europese karakter, dat mij zo aantrekt in het ‘multiculti’ eiland dat nog maar 155 jaar geleden Grieks werd? Daarvoor ging het eiland van hand tot hand. Belangrijkste ‘bezetter’ waren de Venetianen waar veel architectonische hoogstandjes in Corfu-stad aan herinneren. De Venetianen hielden het eiland maar liefst 411 jaar in heerschappij, van 1386 tot 1797. Het vrijwaarde Corfu van de Turkse bezetter – de Venetianen bouwden belangrijke fortificaties teneinde de haven te beschermen. Uiteindelijk was het hen te doen om de handel met het oosten, die veilig te stellen. Voor de Corfioten was de vrijheid van godsdienst onder de tolerante Venetianen essentieel. Met de Turken aan het bewind zouden ze hun orthodox christelijke signatuur immers moeten verruilen voor de ottomaanse. En, het waren de Venetianen die de voor het eiland zo kenmerkende olijfbomen aanplantten. Nog ieder jaar wordt in Corfu-stad een Venetiaans carnaval gevierd, inclusief de kenmerkende maskers. Het schijnt dat zelfs de Venetiaan Casanova het eiland een keer aandeed om er ‘carnevale’ te vieren.

De strategische ligging van Corfu, zo halverwege Italië en de Levant, zorgde door de eeuwen heen voor veel kapers op de kust. Na de Venetianen werd het eiland voor de duur van twee jaar, van 1797 tot 1799, Frans departement. Daarna volgde een achtjarige bezetting door de Russen die het klusje in alliantie met de Turken klaarden. De Fransen kwamen nog even terug, van 1807 tot 1814, om plaats te maken voor de Britten die maar liefst vijftig jaar, tot de Griekse eenwording, de scepter zwaaiden. Over de Engelsen waren de eilandbewoners kritisch. Ze misten de beschermende attitude die de Venetianen kenmerkte. Desalniettemin werd de godsdienstvrijheid onder de Britten hogelijk gewaardeerd. Al met al introduceerden zij waardevolle verbeteringen: het wegennet, de watervoorziening, het onderwijs en een aantal indrukwekkende openbare gebouwen – dat al herinnert aan de periode van de Britse overheersing.

In zekere zin ‘heersen’ de Britten nog steeds op Corfu. Ze maken sinds jaar en dag de grootste toeristenpopulatie uit en volgens sommige bronnen zouden er permanent 7.000 mensen uit het Verenigd Koninkrijk op Corfu wonen, nog afgezien van de Engelsen die er in de jaren zeventig neerstreken, in de tijd dat het eiland werd ontdekt door hippies en andere vrije vogels. De kinderen uit de huwelijken van Grieken met deze categorie toeristen zijn niet meer als Brits terug te vinden in de statistieken uiteraard. Wie een bezoekje brengt aan het bergdorp Pelekas en daar naar de Zanzibar en de IN-Bar gaat, zal verbaasd staan over de keus van de muziek: op en top Brits. Je waant je in een soort subtropische Londense pub, en ja: de bezoekers vormen een aangename mengelmoes van oud en jong, van voornamelijk Grieken, Britten, Zweden, Duitsers, en niet te vergeten: Nederlanders. Het betreft in de zomermaanden trouwens veelvuldig (hippie)vrienden die elkaar ieder jaar weer treffen in dit bijzondere bergdorp aan de westkust. 

Sinds 1998 bevliegen we inmiddels het eiland dat aan de oostkust kijkt naar de ontzagwekkende bergen van Albanië, en in het westen staart naar een onbedorven zonsondergang waar ergens achter die eindeloze horizon Italië begint. Ieder jaar naar Corfu, hoor ik je denken, is dat op den duur niet afgezaagd? We zouden inderdaad voor een appel en een ei naar Kefalonia kunnen vliegen, of naar het toch ook beeldschone Lefkas; of voor zo goed als niets naar een all-inclusive hotel in Turkije, toch ook een land met zee, zon, lieve mensen en een schat aan archeologische restanten uit de Oudheid. Toch vliegen we jaarlijks naar – toch wel duurdere – Corfu. Vanwege onze ‘Europese’ vrienden. En ja, daar horen ook de Britten bij. Juist de Britten, want aan de nakende Brexit wordt op Corfu geen woord vuil gemaakt.  

(Dit artikel is gepubliceerd in Lychnari, Verkenningen in het Griekenland van nu, Nummer 3 – 2019, http://www.lychnari.nl)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s