Iedere zomer is het raak: metershoge bergen huisvuil langs de kant van de weg. Tot grote woede van de Corfioten. Een officieel gesloten vuilstortplaats terwijl de nieuwe gebarricadeerd wordt door boze burgers is de oorzaak van de stank, de vliegen en het ongedierte. Overheid en burgers staan lijnrecht tegenover elkaar. Het is een kwalijk riekende afvaloorlog die het Griekse eiland Corfu nu al een decennium lang in de greep houdt. Een ‘oorlog’ waarbij tien jaar geleden een dode te betreuren viel.
Spyros, de verhuurder van ons appartement, vindt het niet langer verantwoord dat we zo dicht bij de plaatselijke afvalunit verblijven. ‘Ga jullie tassen maar pakken, dan kunnen jullie vanavond nog naar een ander onderkomen.’ We knikken en zijn stiekem wel blij. Sinds we in zijn appartement verblijven, aan de rand van het dorp, zagen we de hoop vuilniszakken aan de overkant van de weg gestaag groeien. Aanvankelijk hadden we er wel lol om. We zagen het oude vrouwtje met haar karretje vol afval; de truck van de hoteleigenaar met een stapel afgedankte matrassen; de huismoeder die de plastic zakken uit de kofferbak van haar auto bovenop de stapel werpt. Maar na een week werd de stank ondragelijk en begonnen we ons af te vragen of de stekende vliegen ons zouden kunnen infecteren met een of andere enge ziekte.
Een afvalunit omvat meestal twee afvalcontainers: een blauwe, bedoeld voor plastic en ander recyclebaar afval, en een groene voor restafval. Het idee is deugdelijk maar in de praktijk komt er weinig van afvalscheiding terecht als de containers niet geleegd worden. Op het eiland wordt overigens slechts 5% van het totale afval gerecycled. Men staat voor de uitdaging om dat percentage in 2035 te hebben verhoogd naar 65 %. Op last van de Europese Unie uiteraard.
Zo ergens in mei, als de eerste toeristen Corfu aandoen, is het raak. Het is een terugkerend, weerbarstig probleem dat jaar in, jaar uit ondernemers in de toeristenindustrie tot wanhoop drijft. Want juist in het toeristenseizoen is het aanpoten geblazen op een eiland waar 113.000 inwoners deze zomer circa 800.000 toeristen te verstouwen krijgen. Het is niet zo moeilijk voor te stellen dat het Ionische eiland zowat zwicht onder die enorme hoeveelheid afval. In 2017 bedroeg de afvalberg 67.000 ton, en dat zal dit jaar niet veel minder zijn. Op zich zeggen die cijfers misschien weinig, maar als je bedenkt dat het eiland geen verbrandingsinstallatie heeft en het vuil simpelweg dumpt zonder het te scheiden, dan weet je dat het een keer fout moet gaan. Het is een giftige, stinkende mix van mismanagement, vermeende corruptie en een diep geworteld wantrouwen in de overheid die tot de huidige patstelling heeft geleid waar voorlopig nog geen enkele uitweg bij te bedenken valt.
Ook Athene laat het afweten. De burgemeester van Corfu, Kostas Nikolouzos, kreeg eind vorig jaar premier en Syriza-partijgenoot Alexis Tsipras op bezoek. Hoog op de agenda stond de afvalproblematiek, die er in het kort op neer komt dat de oude vuilstortplaats, Temploni, gelegen in het midden van het eiland, niet ver van de hoofdstad, in zijn huidige vorm gesloten is op last van de Europese Unie, zonder dat de nieuwe stortplaats nabij Lefkimi toegankelijk is vanwege aanhoudende protesten van de bewoners aldaar .
Al in 1995 was er sprake van de noodzaak een tweede afvalverwerkingsunit te openen op het eiland. Om die vervangende stortplaats in het zuidelijk gelegen Lefkimi te openen werd door de EU drie miljoen euro beschikbaar gesteld. Geld waar niemand meer precies van weet waar het gebleven is en waar de diverse actiegroepen hun vraagtekens bij blijven plaatsen. Het was bepaald geen soepel verlopend project, en dat is het nog steeds niet. Bewoners van Lefkimi, van oudsher communistisch georiënteerd en niet bepaald bevriend met de lokale politici, bekijken iedere vuilniswagen die hun kant op komt met de nodige argwaan. Ze kennen de verhalen van milieu- en gezondheidsschade in Temploni en doen er alles aan hun natuur en grondwater te beschermen.
Tien jaar geleden liep het uit de hand. Lefkimi had schoon genoeg van de concrete plannen om op 1,5 kilometer van hun stadje een open vuilstortplaats te openen. De zuidelijke regio voelde er niets voor om het afval van het ‘rijke, koloniale noorden’ naast hun deur gedumpt te zien worden. Op 29 mei in 2008 werden barricades opgeworpen om de aangekondigde aanleg van de stortplaats te dwarsbomen. Corfu-Stad stuurde de oproerpolitie naar de boze burgers wat resulteerde in een escalatie die uiteindelijk leidde tot de dood van een 43-jarige vrouw. Zij werd in het heetst van de strijd aangereden door een 16-jarige jongen op een brommer die uit koers was geraakt na een klap op zijn hoofd van een politieagent. Toen de regering deze jongen – die tot overmaat van ramp ook nog eens verlamd raakte – aanklaagde, waren de rapen gaar en startte een periode van demonstraties en bezettingen. Het moge duidelijk zijn: met een dergelijke uit de hand gelopen verstandhouding komt het niet snel meer goed.
Oud zeer is er ook in ruime mate in het dorpje Temploni waar een aanzienlijk aantal huizen onverkoopbaar is geworden door de oprukkende bergen afval. Het dorpje werd sinds het bestaan van de stortplaats, in 1978, steeds verder ingesloten. Een actiegroep stelt de milieuschade en de gevaren voor de gezondheid aan de orde. Volgens de verontruste dorpelingen komen er gemiddeld meer gevallen van kanker voor bij bewoners die in de buurt van de stortplaats wonen. Toen er begin dit voorjaar van overheidswege bomen werden omgehakt teneinde toch vuil te kunnen storten op de officieel gesloten vuilstortplaats besloten de dorpsbewoners de toegang te blokkeren en werden de verantwoordelijke bestuurders voor het gerecht gedaagd.
De bewoners werden in het gelijk gesteld, in het kielzog van de bestraffingen van de Europese Commissie die Griekenland al in 2015 had gewezen op de grove nalatigheid bij de naleving van de milieuwetgeving. ‘De vuilstortplaats in Temploni vormt sinds 2007 een serieus gevaar voor de gezondheid en het milieu vanwege ondeugdelijke behandeling van biogas, ongehinderde lekkage en de aanwezigheid van ontoelaatbaar afval.’
Burgemeester Kostas Nikolouzos en zijn gedeputeerde Spyros Aspiotis kregen eind mei acht maanden gevangenisstraf waarvan drie maanden voorwaardelijk vanwege het verordonneren van illegale dump van afval op de gesloten vuilstortplaats in Temploni. De rol van de burgemeester heeft al meermalen de wenkbrauwen doen rijzen. Toen het Syriza-partijlid in 2014 aantrad, maakte hij meteen korte metten met een publiek-privaat gefinancierd project dat voorzag in een afvalsorteer- en een persinstallatie in Temploni waarmee recyclebaar en biologisch afbreekbaar afval kon worden gescheiden van de rest, afval dat vervolgens in gecomprimeerde vorm zou worden getransporteerd naar Lefkimi.
Hoewel Nikolouzos als reden opgaf dat een dergelijke combinatie van EU en private financiering de belastingbetaler niet ten goede zou komen, lijkt het er eerder op dat hij de erfenis van zijn centrumrechtse voorganger wilde uitgummen. Overigens pakte hij het project in 2017, maar nu zonder private financiering, weer op. Het zou nu wel de Griekse staat en haar burgers ten goede komen.
Tijdens het bezoek van Tsipras eind vorig jaar had de burgemeester gehoopt op steun vanuit Athene en zijn partij. De premier liet echter klip en klaar weten dat andere eilanden hun afvalprobleem ook zelf hadden opgelost en dat Corfu de klus zelf maar moest klaren. Nikolouzos probeerde de premier nog te overreden het afval per boot te laten vervoeren naar het vasteland, maar die smeekbede was aan dovemansoren gericht. De risico’s in geval van een schipbreuk waren te groot, aldus de premier.
De kritiek op de handelswijze van de burgemeester is bepaald niet mals. Onder het motto ‘genoeg is genoeg’ kwamen in juni duizenden op de been tijdens een manifestatie in Corfu-Stad. De kern van het protest: het is een beschaving als de Griekse onwaardig dat men walmende hopen afval moet tolereren. Verder begrijpt niemand waarom middenin de afvalcrisis maar liefst 124 vuilnisophalers de wacht werd aangezegd. Burgerlijke ongehoorzaamheid is het gevolg. Her en der op het eiland wordt huisvuil illegaal verbrand, en er worden afgelegen plekken gezocht waar afval kan worden gedumpt.
Wij pakten nog diezelfde avond onze koffers en lieten de bijtende vliegen en de stank voor wat het was. En we zagen een paar dagen later dat de afvalhoop nog steeds bestond en was aangejongd met nieuwe troep. De stapel afgedankte matrassen was inmiddels bezet door een kattenfamilie die daar onbekommerd lag te slapen. Weer een dag later was het afval opeens verwijderd en stonden er nog twee, al weer flink gevulde, containers. Op keurige borden was namens de dorpsraad een waarschuwing te lezen: wie hier afval zou dumpen buiten de bakken was in overtreding.
Vraag was wel: waar was het afval gebleven? De Britse krant The Telegraph wist wat er aan hand was. Media juli maakte de krant melding van wederom een treffen tussen oproerpolitie en bewoners van Lefkimi. Een Britse toerist die verbleef in het populaire Kavos, niet ver van Lefkimi, tevens gelegen aan de zuidkust, was ooggetuige van de incidenten en zei dat hij de aanwezigheid van de politie als ‘bedreigend’ had ervaren.
Foto’s van een hoge stapel in wit plastic verpakt afval nabij Lefkimi en Kavos, daar opgestapeld op last van burgemeester, verschenen in de lokale pers. De balenpers in Temploni was weer aan de praat gekregen. Burgers die er lucht van kregen kwamen onmiddellijk in het geweer. De secretaris van de actiegroep uit Lefkimi, Yiannis Pandis, zei dat het afval 500 meter bij het 4-sterren hotel Mayor Capo di Corfu vandaan lag. ‘Dat moet 1.500 meter zijn vanwege het gevaar van besmetting van het water van de bronnen in de omgeving. Het is dit water dat de toeristen gebruiken om te douchen en hun tanden te poetsen.’
Het laatste woord over deze afvaloorlog op het Ionische eiland is nog niet gesproken, zoveel is zeker. Een ding is wel zeker: het afvalprobleem staat levensgroot op de kaart en vormt het gesprek van de dag. De leuze ‘genoeg is genoeg’ zou wel eens werkelijk kunnen zijn doorgedrongen tot het centrum van de aandacht, en kunnen leiden tot werkbare plannen. Feit is dat de plaatselijke journalisten er bovenop zitten. De Corfiotische krant Enimerosi plaatste in juli een reportage waarbij een truck met recyclebaar afval werd gevolg naar het Sorteercentrum in Temploni. Vastgesteld werd dat het afval op een grote hoop terecht kwam. De reden: te weinig personeel. Reden voor optimisme is dat de afvalbestuurders serieus van zins zijn hotspots in te richten waar uitsluitend papier en plastic kan worden ingeleverd. Hoopgevend is ook dat her en der burgers zijn begonnen zelf hun afval te scheiden.
(Dit artikel is gepubliceerd in het tijdschrift Lychnari, Verkenningen in het Griekenland van nu, nummer 3, 2018)